(11) Waar een wil is, is een zandweg! - 25 oktober 2010
Ik heb verschillende titels in gedachten voor dit verhaal. Ik denk aan: ‘Lappenmand’ of ‘Leonie’s dikke toet’ of ‘kris kras cross door Laos’, ik neig naar de laatste. Maar laten we het verhaal oppakken waar we gebleven waren.

Een paar dagen voordat ik Leonie vroeg of zij mijn vrouw wilde worden, waren we in Luang Nam Tha waar we een tour hadden geboekt, bestaande uit een wandeling door de bergen, een overnachting bij de locals en de volgende dag kayakken in de rivier. In verhaal 8 heb ik een foto geplaatst van een meisje in de schoot van oma met het Super-de-Boer-hup-holland-hup-poppetje (3 keer woordwaarde). De trekking was interessant, met name omdat de gids voorheen monnik-in-opleiding was. Hij kon mooi vertellen over het leven in het boedistische monnikenklooster en Leonie vroeg hem honderduit. Zo staan de monikken ‘s ochtends rond 4 uur op om eens lekker anderhalf uur te mediteren en te zingen. Daarna ontbijt, dan nog wat mediteren en tegen het middaguur nuttigen ze de lunch. Het avondeten slaan ze over, ze eten slechts 2 keer per dag (dit zodat je ’s middags en ’s avonds niet te moe wordt van een volle buik). Ik weet niet of ik dit zou kunnen volhouden, ik ben namelijk erg van het avondeten.

Na de trekking zou de gids met ons meegaan naar het dorp maar zijn plan was gewijzigd en even later werden we afgezet in het dorp. De jongen uit het dorp die mee was met onze trekking en een paar woorden engels sprak, dropte ons op een houten bankje bij het stamhoofd en ging er direct van door. ‘See you after diner’ zei hij. ‘Diner’ was pas over 3 uur. Het stamhoofd keek ons aan, wij keken hem aan en verder was er stilte. Ongemakkelijke, schuiven-op-je-stoel-stilte. Een bakje thee, thank you, en weer stilte. De slaapplek werd ons aangewezen. Waar we bang voor waren werd werkelijkheid. Onze slaapplek was op de grond, in het houten hutje waar de hele familie zou slapen. Dus Leonie en Dirk Jan tussen het stamhoofd en zijn vrouw in. De houten vloer zag er hard uit.

Opfrissen dan. ‘Heeft u een handdoek? Handdoek? HANDDOEK?’ Ze verstonden echt geen enkel ander woord dan hun eigen stamtaal en wat Laos. We waren reddeloos verloren. En toen we even buiten het dorp ons bij een waterput stonden af te gieten, terwijl de kinderen van het dorp ons vanuit de bosjes aan het bespieden waren, bedachten we dat dit iets te veel avontuur voor ons was. De avond en de nacht zou een verschrikking gaan worden. Geen privacy, geen mogelijkheid tot communicatie, harde ondergrond, buffalo-soep, op zoek naar de WC enz. Neen, wij willen terug! Dus wij op zoek naar de begeleider. Nadat we zo’n beetje alle hutjes waren langsgegaan, vonden we hem, spelend met zijn dochtertje. Het nieuws dat we weer terug gingen naar Luang Nam Tha (20 km verderop) werd niet met gejuich ontvangen. Eerst zij hij nee. Toen zij hij: we hebben het er wel over na het diner. En toen zij hij: onmogelijk, je kan nu niet meer terug. Maar waar een wil is, is een weg. In dit geval een asfaltweg waar het dorpje aan lag en even later stonden Leonie en Dirk Jan te liften aan deze weg. Na een kwartier kwam er een witte sedan aanrijden en Leonie ging zowat midden op de weg staan om de auto tegen te houden. Die stopte en wij renden onze vrijheid tegemoet. Althans... in de auto zaten twee dikke Chinesen verscholen achter immense zonnebrillen en de huid vol met getatoeerd doodskophoofden. Rapmuziek dreunde door de boxen. Ik slikte even een groot brok in mijn keel weg en stapte in naast Leonie. Een kwartier later zette de chinezen ons af voor ons hotel af en weigerde ons geld aan te nemen. Wij zeiden dankjewel in 10 talen.

De volgende dag regende het pijpenstelen en konden we ons kayaktripje uitstellen. De dag erop begon bewolkt maar toen we goed en wel met kayak op het water waren kwam de zon door. We deden een fantastische kayaktrip met onze gids waarvan zijn naam me volledig is ontschoten. We kwamen langs nederzettingen, houten hutjes langs het water waar de varkens nog onder de mensen leven en de kinderen in de rivier spelen. We deelden haarknipjes uit voor de meisjes en lollies voor de jongens. Ze vonden het prachtig en wij hun.

De volgende dag vertrokken we richting het dorpje waar ik Leonie ten huwelijk vroeg. (zie vorige verslag) Een excursie werd geboekt en ondernomen. Deze bestond uit: uurtje varen stroomopwaarts, kijken hoe de gids en bootman probeerden vissen te vangen (tevens tijd om te zwemmen in de rivier), waterbuffalo’s fotograferen, de visvangst frituren en opeten met groente (wat de gids gewoon uit het bos plukte, soort van varen, smaakte naar spinazie) en daarna drijvend op een binnenband terug naar het dorp. Het begon wat te druppen dus zagen we meerdere malen de regenboog. How romantic...

Liggend op een matje bij een restaurant kwamen we een Nederlands stel tegen, Wiechert en Hanke. We raakten aan de praat en zij zijn officieel de eerste mensen die hoorden wat we verloofd waren! De volgende dag vertrokken we richting Luang Prabang. Dit deden we geheel in stijl per boot, een zes uur durende bootreis langs de mooiste bergen van Laos. Na drie uur prachtig en fantastisch klapte ik de laptop open en begon wat te programmeren. Want da’s ook leuk.

Luang Prabang lag verscholen tussen de bomen. Een rustiek, authentiek, boedistische stad en door menig reiziger uitgeroepen tot de mooiste stad van zuid oost azie. We waren toe aan rustiek, mooi en vooral luxe dus zochten we een klein hotelletje uit waar het bed zacht was en de badkamer schoon. Vervolgens bleven we er een week die we vulden met ringen uitzoeken, internetten, kraampjes bekijken en rondslenteren. We lieten twee zilveren verlovingsringen maken met een symbolisch teken erin. We kochten een dekbedovertrek en ergens kan ik me voorstellen dat de lezer nu denkt: wat interesseert het mij dat jullie een dekbedovertrek hebben gekocht aan de andere kant van de wereld. En ik kan jullie geen ongelijk geven, maar voor mij lijkt het een belangrijk detail want het was nog een hele onderneming om het dekbed te laten maken. We hebben namelijk een super kingsize dekbed van 240 bij 220 cm en de handgewoven dekbedovertrekken met indigieuze motiefjes, die ze hier verkopen , zijn 220 bij 220. Maar ze konden er wat aan maken, wat ze dus letterlijk deden: ze naaiden er een rand van 10 centimeter aan beide zijden aan. Enfin.

Wiechert en Hanke kwamen we in Luang Prabang wederom tegen. We deden een keer samen avondeten. Ze hadden mijn interesse gewekt omdat zij een (cross-) motor hadden gehuurd in Vientiane waar ze 2 weken lang door Laos scheurden. Dus ik direct contact opzoeken met ene Jules in Vientiane en na wat mailtjes heen en weer stond er op een mooie ochtend een Kawasaki crossmotor voor onze (hotelkamer) deur. Het mannetje die hem kwam afleveren nam onze daypack en rugzak mee, de andere daypack en rugzak knoopten we achterop onze motor en zo gingen wij op pad.

Nieuw hoofdstuk. (haal maar even wat koffie ofzo, want ik ben nog lange niet klaar).

Als kind droomde ik van het rijden op gemotoriseerde voertuigen, net als alle jongens van mijn leeftijd (awel, misschien niet alle jongens maar wel de meeste). En op mijn 16e verjaardag kocht ik voor honderd gulden een stokoude opgevoerde Capitein Mobilet. Ding liep zeker 60! Vanaf die tijd werd mijn bewegingsradius met een factor 10 vergroot. Even naar mijn vriend Hendrik Willem, die op de boerderij woonde: 5 minuten (in plaats van 20 minuten fietsen). Harderwijk? Half uurtje tuffen! Ik had zelfs korte tijd een vriendinnetje in Nijkerk. (Maar naar Nijkerk ging ik meestal met de trein, reizend op de vervalsde OV jaarkaart van mijn broer). Op mijn 23e, na mijn studententijd en vrijwel direct nadat ik mijn autorijbewijs had gehaald, ging ik op voor de motor. Sindsdien ben ik de trotse bezitter van een Yamaha Diversion die ik vrijwel nooit gebruik en die staat weg te roesten op onze stoep. Maar.... zo drie keer per jaar rij ik door de omgeving, met 600 CC tussen mijn benen, de wind langs mijn oren en een glimlach op mijn gezicht.

Die glimlach was ook van mijn gezicht af te lezen toen ik op zekere donderdag Luang Prabang verliet met Leonie achterop en de brede weg voor mij. We reden en reden. De weg werd smaller en het asfalt veranderde in een onverharde weg. En toen werd het dus crossen. Stenen op de weg, kuilen zo groot dat er waterbuffalo’s in konden zwemmen. Bergopwaarts in de laagste versnelling met hoge toeren. Bergafwaarts in een hogere versnelling en met de achterrem ingedrukt. En de glimlach op mijn gezicht werd alleen maar groter. Een meer dan geweldige ervaring. Off-road crossen! Steentjes vlogen om de oren. We reden langs dorpjes waar de kinderen je najoelden. Overal werden we begroet door de Laonezen , glimlachend en zwaaiend. Af en toe stopten we om wat te drinken en het stof uit onze neus te niezen. Al snel werden we omringd door de kinderen uit het dorp. De twee woorden in Laos (Kopchauw en Sabadi, dankje en goedendag) waren voldoende om in contact te komen.

Na het middaguur op de eerste motordag maak ik een stuurfout en glijden we de berm in. De motor valt om en wij liggen op de grond. Leonie heeft haar elleboog geschaafd. Ik heb ook mijn elleboog bebloed, evenals mijn knie. Mijn schouder doet pijn, waarschijnlijk een paar spieren verrekt. Gedesillusioneerd en een beetje wanhopig staan we aan de kant van de weg. Jodium op de wonden en een ibuprofen voor de pijn. Dan gaat het wel weer. We rijden 200 meter verder en komen aan bij een veerpont.

En dan merk je dat je in Laos zit. We bloeden en de lokale bevolking schiet je te hulp. Er wordt een stoel voor je neergezet. Iemand komt aanzetten met meer jodium, de andere met alcohol en watten. Even later gaat het wel weer en we stappen (vrolijk?) weer op de motor. Een uurtje later komen we aan in Sainyabuli en stoppen bij de rivier want er is daar een drukte van jawelste. De voorbereidingen van het jaarlijkste boat-race-festival is in volle gang. Op de rivier drijven diverse roeiboten waar een twintigtal roeiers gewapend met een peddel, een wedstrijdtje doen. Boat-race dus. Het is me wel een tafereel. Een grote motor (hier rijden ze enkel op brommers en scootertjes), met erop twee volledig in het stof gehulde toeristen die ieders minimaal een kop groter is dan de langste Laonees. De een heeft de broek kapot vanwaar een groot gapend wond zichtbaar is.

Wij maken foto’s van hun maar als zij een camera zouden hebben dan zouden zij foto’s van ons hebben gemaakt. Die nacht vallen we in een diepe slaap en de volgende dag voelen we ons best wel OK. Na een half uur tuffen is alle pijn verdwenen en kan ik volop genieten van de onverharde weg richting Hongsa. Het uitzicht is zo prachtig en ik voel me zo in mijn element dat ik tranen in mijn ogen krijg. Ik neurie een liedje van vroeger. ‘Heel ver hier vandaan, midden in de zee, ligt een eiland met een vulkaan.’

Het liedje is afkomstig van de tekenserie ‘Familie Robinson’, uitgezonden door de EO. Als kind miste ik geen aflevering. Mijn zusje en ik zongen deze tune vaak luidkeels tijdens het afwassen. We kenden de hele tekst uit ons hoofd. Een paar weken geleden kwam dit liedje weer tevoorschijn. Leonie kende de serie namelijk ook en tijdens het afwassen enz. De weg naar Hongsa was grotendeels prima met een paar zeer slechte stukken. Denk aan een weg die vrij stijl naar beneden gaat bezaaid met losliggende stenen en rotsen. Maar we kwamen er. Ongeschonden. Het hostel Jumbo Guest House was snel gevonden en we werden begroet door een Duitse vrouw genaamd Monica. De kamer was prijzig maar netjes en Monica was erg gastvrij. Ze regelde een rit op een olifant voor de volgende dag.

Na een gebroken nacht, waarbij een haan vanaf een uur of vier onder ons raam stond te krijsen, afgewisseld door varkens die om zes uur te eten kregen wat gepaard ging met oordovend geluid, brak een nieuwe dag aan. Zuinig maar lekker ontbijt samen met Monica en daarna arriveerde de olifant. We klommen op een stelling om zo op het zitje van de olifant plaats te nemen. Maar zo’n beest blijft niet netjes stil staan dus werd het een soort van ‘alles of niets’-sprong. Toen we allebei zaten nam Monica wat foto’s en begon onze olifantrit. Na 5 minuten merkten we dat ons zitje wat naar voren helde. Dat werd gedurende de rit alleen maar erger en toen de weg wat naar beneden voer, vielen we bijna van de olifant. Het zitje was hopeloos verschoven en we moesten ons vastklampen om er niet vanaf te pleuren. Het was doodeng. Ik bevool de begeleider om terug te gaan naar ons guesthouse zodat we van de olifant af konden, maar dat duurde nog zeker een half uur. Leonie had het niet meer van de angst en ook mijn handen trilden. Toen we uiteindelijk weer grond onder onze voeten hadden kwam de ontlading. We waren boos, verontwaardig en geschrokken. En kregen direct ons geld terug.

Leonie besloot om wat ontspanning te zoeken en op aanraden van Monica reden we naar een kapsalon waar je je haar kon laten wassen voor een paar duppies. En jawel, onderweg naar de kapsalon wordt Leonie in haar wang gestoken door een groot zwart beest. De linkerkant van haar gezicht begon direct te zwellen en mijn angel-uitzuig-actie had weinig effect. Terug naar Monica die wederom haar medicijnentasje pakte voor een zalfje (ze had onze motorongelukwonden ook al verzorgd). Leonie ging even op bed liggen terwijl ik op zoek ging naar een hotel dat geluidsdicht was en ver verwijderd van kippen, hanen, varkens of andere geluidsproducerende beesten.

Middagdutje op onze nieuwe kamer.

’s Avonds terug naar Monica om daar het avondeten te nuttigen en gedrieen te rummycuppen. Leonie won het meest. De volgende dag terug naar Sainyabuli. De rit was sneller en comfortabeler omdat ik de motor meer onder de knie kreeg. ’s Avonds, terwijl we in een restaurantje zaten te eten, werden we spontaan uitgenodigd door de locals voor karaoke (en BeerLao) en ik kon het niet laten om De Vlieger van Hazes te zingen. Ik was zelf niet ontevreden maar kreeg te veel lof van mijn tafelgenoten. Daarna nog even langs het monnikkenklooster om wat Engelse woorden te wisselen met de novisten (monikken in opleiding) wat weer een prachtige foto opleverde.

Volgende terug terug naar Luang Prabang, een rit die 30% sneller ging dan de heenreis. En op de hotelkamer van hetzelfde hotelletje waar we vorige week verbleven, tik ik dit ellenlange verhaal. Leonie’s zwelling begint af te nemen. Onze wonden herstellen snel. Nog twee dagen op de motor en dan leveren wij hem weer in , in Vientiane. Dan kunnen de ouders weer rustig slapen.


Luang Nam Tha:


Muang Ngoi Neua:


Hongsa, en de reis er naar toe:


Ontvang e-mail wanneer nieuw reisverslag is geplaatst!

Hé, dat is handig. Geef hier je email adres op en je krijgt automatisch een emailtje wanneer er een nieuw reisverslag is geplaatst. Hoef je niet meer elke dag de website te checken (mag natuurlijk wel). Jouw e-mail adres wordt na onze reis automatisch verwijderd. Ik kwam erachter dat deze functie niet goed werkte, maar vanaf vandaag (7 september) doet die het wel. Iedereen voor vandaag zijn of haar emailadres had ingevuld moet het even opnieuw invoeren.

Ilse - 25 oktober 2010

Wat leuk om weer eens een reisverslag te ontvangen. Vond het al vreemd dat ik geen mails meer kreeg met nieuwe reisverslagen, totdat het geroezemoes van alle kanten kwam dat jullie gaan trouwen! ja, jullie waren hot news! Maar toen dacht ik toch maar eens kijken op je site, en bleek dus dat ik me opnieuw moest aanmelden. En nu doe ik weer mee, en ben weer helemaal op de hoogte.
In ieder geval heel erg leuk voor jullie die trouwplannen(gefeliciteerd nog!), en wie weet wat voor spannend nieuws jullie nog meer hebben binnenkort (voor Joep en Roos zouden een paar speelkameraadjes in de buurt natuurlijk wel leuk zijn)
Hoop verder dat jullie de laatste paar dagen met de motor heelhuids zijn doorgekomen, groetjes aan Leonie,

Liefs Ilse

Dirk Jan - 27 oktober 2010

Hallo ouders en soon-to-be schoonouders.

We hebben de motor weer ingeleverd. We zijn ongeschonden (op wat schrammen na etc.). Jullie kunnen weer minderen met de valium voor de nachtrust. Het was het allemaal waard, het was de mooiste tocht van mijn leven. En om jullie (schoon-)dochter een week lang dicht tegen me aan te voelen, is me goed bevallen.


Elprichio - 27 oktober 2010

De avonturen worden steeds heftiger... Denk dat er geen onverdienstelijk thrillerschrijver in je schuilt ;). We hebben vanaaf weer geoefend en natuurlijk de
Ritmesectie gemist! Hoop dat je tussen de avonturen door de tijd hebt om je partijen te blijven oefenen. Enjoy! X

Loes - 30 oktober 2010

Gevallen, gestoken, tjee...Doe nou maar voorzichtig luitjes! Greetz uit Zwolle

Martijn - 30 oktober 2010

Lekker bezig, motormuizen! Mooie avonturen, wederom kostelijk beschreven. Enjoy! x Martijn

Michiel - 31 oktober 2010

Niet alleen jouw mooiste reis, ook jouw mooiste verhaal.

Plaats een reactie
Naam:
Code: Vul deze 4 cijfers in bij Code.
Reactie: